De Sacrae Cantiones van Gesualdo zijn eindelijk weer compleet. En ze worden glunderend gezongen.
De Italiaanse componist Carlo Gesualdo kennen we door zijn madrigalen, door de moord die hij op zijn vrouw en haar minnaar pleegde en door zijn twintigste-eeuwse collega Igor Stravinsky. Diens bewerkingen van enkele delen van de 'Sacrae Cantiones' van Gesualdo vestigden in 1960 ineens de aandacht op de religieuze koormuziek van de Italiaan, die net zoals diens wereldlijke madrigalen van grote schoonheid bleken. Door Anthony Fiumara.
In de archieven zijn de twintig zesstemmige 'Sacrae Cantiones' overgeleverd in afzonderlijke stemmen. De sopranen hebben een eigen boekje, de alten ook, tot en met de bassen. En daarvan zijn er in de loop van de tijd twee van de zes kwijtgeraakt. Twintig delen lang kunnen we tegenwoordig alleen maar raden wat die twee stemgroepen rond 1600 hebben gezongen. In de drie delen die Stravinsky bewerkte, componeerde hij die ontbrekende stemmen gewoon zelf opnieuw. En daarna bleef het stil rond de 'Sacrae Cantiones'.
Zonde, dacht koordirigent Maarten Michielsen. En hij gaf de drie Nederlandse componisten Henri Broeren, Theo Verbey en Joop Voorn de opdracht ieder zeven delen te voltooien. Het resultaat is zaterdagmiddag te horen in de Walburgisbasiliek in Arnhem, waar Cappella Gabrieli onder leiding van Michielsen na 400 jaar de voltooide 'Sacrae Cantiones' feitelijk in wereldpremiËre brengt.
"Ik begrijp eigenlijk niet dat nog nooit eerder iemand op het idee is gekomen om de 'Sacrae Cantiones' helemaal te voltooien", aldus Michielsen. "Iedereen wist natuurlijk van het bestaan van die stukken. De vijfstemmige 'Cantiones' waren wÈl compleet: die zong iedereen, maar de rest bleef liggen."
Michielsen is altijd op zoek naar de top van de koormuziek. En naar de onbekendere werken. Bijvoorbeeld de muziek van Palestrina, van wie een groot deel van zijn werk nooit wordt uitgevoerd. "Het is het grootste compliment als luisteraars je na een concert aanklampen en tegen je zeggen 'ik vond het zo mooi, en het was nog wel van een koor!' Ik probeer mensen te trekken die normaal niet zo snel op die muziek afkomen." Als dirigent voerde Michielsen altijd al veel werk Gesualdo uit. Dat begon al tijdens zijn studie. "De madrigalen kent iedereen. Dus ging ik op zoek naar ander repertoire. Via mijn docenten heb ik destijds met de 'Cantiones' kennis gemaakt. Veel mensen laten die links liggen, want Gesualdo schrijft af en toe onhandig. Als je er van een afstandje naar luistert, hoor je allerlei bijzondere akkoorden en ritmiek langskomen. Woest en sereen vlak na elkaar, heel spannend. Maar als je goed kijkt, zie je dat hij lijnen onhandig opschrijft: met rare wendingen, stemkruisingen en registerwisselingen. Hij gebruikt bovendien zeer extreme middelen om de affecten van de woorden te benadrukken. Minder extreem dan in zijn madrigalen, maar toch. Dat Gesualdo zich in zijn 'Sacrae Cantiones' iets meer inhield, ligt aan het liturgische karakter van de stukken."
Met het idee om de werken te laten voltooien door een aantal hedendaagse componisten liep Michielsen al langer rond, maar zijn voornemen strandde in het verleden op financiÎle gronden: "Ik vond dat ik de componisten moest kunnen betalen voor hun werk, maar ik kreeg dat geld nooit rond", aldus de dirigent. "Ik zocht naar componisten van wie ik wist dat ze echt geÔnteresseerd waren in Gesualdo's muziek, die goed konden analyseren en respect voor de noten zouden hebben. Anderzijds wilde ik geen contrapuntdocenten, ik wilde niet dat het een invuloefening zou worden."
En zo kwam hij bij Broeren, Verbey en Voorn terecht, "componisten met respect voor het werk van anderen." Die drie leverden verschillende invalshoeken voor de ontbrekende stemmen in Gesualdo. Maar allemaal anders dan Stravinsky, die de muziek schaamteloos naar zijn hand zette.
"Voorn kiest af en toe oplossingen waarvan hij weet dat Gesualdo die nooit zou hebben gebruikt, maar van de drie is hij degene die het dichtst bij de stijl van het voorbeeld is gebleven. Dat wilde hij graag. Verbey heeft op basis van analyse lijnen door de stukken heen getrokken en heeft vrije keuzes gemaakt voor de ontbrekende stemmen. Broeren heeft ÈÈn methode verzonnen om alle delen mee te lijf te kunnen gaan. Aan iedere samenklank voegt hij ÈÈn of twee tonen toe die het helemaal naar deze tijd toe kleuren. Een commentaar op en benadrukking van de samenklanken van Gesualdo."
Michielsen hoopt dat de 'Sacrae Cantiones' in deze drievuldige voltooiÔing een plaats krijgen in het repertoire: "Dat was absoluut de bedoeling van dit idee: het ontsluiten van repertoire uit de zestiende eeuw. En ik merk ook dat het bij mijn koor aanslaat. De zangers repeteren deze stukken met glunderende gezichten. Ze vinden het geweldig."
Trouw, donderdag 30 juni 2005. Copyright ©2005 Fiumara, Anthony