Magnificat, Gibbons
(Lucas 1 : 45- 55) | Lofzang van Maria |
---|---|
My soul doth magnify the Lord,
And my spirit hath rejoiced in God my Saviour. For he hath regarded the lowliness of his handmaiden: for, behold, from henceforth all generations shall call me blessed. For he that is mighty hath magnified me; and holy is his name. And his mercy is on them that fear him throughout all generations. He hath shewed strength with his arm; he hath scattered the proud in the imagination of their hearts. He hath put down the mighty from their seats, and hath exalted the humble and meek. He hath filled the hungry with good things; and the rich he hath sent empty away. He remembering his mercy, hath holpen his servant Israel, As he promised to our forefathers, Abraham and his seed for ever. |
‘Mijn ziel prijst en looft de Heer,
mijn hart juicht om God, mijn redder: hij heeft oog gehad voor mij, zijn minste dienares. Want men zal mij voortaan, van generatie op generatie, gelukkig prijzen. Want de Machtige heeft voor mij grote dingen gedaan, heilig is zijn naam. Barmhartig is hij, voor al wie hem vereert, van geslacht op geslacht. Hij toont zijn macht en de kracht van zijn arm en drijft uiteen wie zich verheven wanen. Heersers stoot hij van hun troon en wie gering is geeft hij aanzien. Wie honger heeft overlaadt hij met gaven, maar rijken stuurt hij weg met lege handen. Hij trekt zich het lot aan van Israël, zijn dienaar, hij herinnert zich zijn barmhartigheid, - zoals hij aan onze voorouders heeft beloofd- jegens Abraham en zijn nageslacht, tot in eeuwigheid.’ |
Glory be to the father,
and to the son, and to the holy ghost; As it was in the beginning, and is now, and ever shall be world without end. Amen. |
Glorie zij de Vader
En de Zoon En de Heilige Geest, Zoals het was in het begin, nu en altijd, in de eeuwen der eeuwen. Amen. |
Het Magnificat en het Nunc Dimittis zijn vaste liturgische ankerpunten in bijv. de Evensong.
Vertaling copyright ©2014 Cappella Gabrieli. Concert: Mei 2014.