Rite 1997 - 2009, Joorn Voorn

Concert: Laurenskerk, Rotterdam (kaart), 21 maart 2009, 00.00 - 01.00 u, 06.00 - 07.00 u, 12.00 - 13.00 u, 18.30 - 19.30 u en 23.00 - 24.00 u.

Grote of St Laurenskerk

Rite 3 is een tijdgebonden kunstwerk van Toine Horvers waarin zangstemmen, architectonische ruimte en de cyclus van het natuurlijk licht samensmelten. In zijn performances heeft beeldend kunstenaar Toine Horvers altijd een voorkeur gehad voor ritualistische vormelementen: herhaling, patronen, cirkels en lijnen. Hij refereert graag aan cyclische bewegingen, zoals de verandering van het licht tijdens een etmaal.

Daarnaast werkt hij bij voorkeur met de stem als een materiaal om tijd en ruimte te articuleren. Hij raakte geboeid door de gregoriaanse muziek die vanuit de religieuze traditie onverbrekelijk verbonden is met licht, ruimte en tijd.

De boeken van Georges Duby maakten Toine Horvers bewust van de relatie tussen rituelen en zijn beeldend werk met tijd en ruimte. Duby schrijft over de meditatieve, tijdopheffende werking van de gebedstijdencycli van kloosterlingen, uitgedrukt in gebed, gezang en klokgelui:

“Het gebedsleven bracht een ononderbroken ervaring van de kosmische tijd met zich mee. Door zich te voegen naar het circulaire ritme daarvan, door zich aan elk verstorend toeval te onttrekken, leefde de kloostergemeenschap al in de eeuwigheid: de dood was voor haar werkelijk overwonnen.”

Uit De kathedralenbouwers. Georges Duby, 1976.

“De kerkdienst is, zoals Bernardus zegt, een memoria futurorum, een in herinnering roepen van de dingen die komen gaan, door de vaste volgorde, de beweging analoog aan die van de sterren.”

Uit Bernardus van Clairvaux en de Cisterciënserkunst. Georges Duby, 1979.

Rite is als vorm gebaseerd op de lichtcyclus van een etmaal en wordt uitgevoerd in een ruimte die gevoelig is voor licht en geluid. Gedurende een etmaal wordt op vijf vaste tijden een uur lang een lied gezongen door zangers die verspreid in de ruimte staan opgesteld.

De vijf lichtstadia: nachtduister, ochtendschemer, daglicht, avondschemer en nachtduister, zijn afgestemd op de tijdstippen van zonsopkomst en -ondergang op de dag dat licht en donker in evenwicht zijn, 20/21 maart/september. Voor ieder stadium is een melodie gekozen met een uitgesproken karakter. Behalve door deze karakterverschillen wordt de sfeer per sessie bepaald door het moment van de dag en daarmee de hoeveelheid daglicht die de ruimte binnenkomt.

Iedere zanger, of groep van zangers, zet dezelfde melodie op een ander moment in en blijft het voor langere tijd herhalen. De overlappingen leveren klankpatronen op waarin de melodie nog wel te herkennen is, maar die ook een eigen leven gaan leiden. Mede dankzij de akoestiek van de ruimte versmelten de gezangen tot een ruimtelijk klankweefsel, dat een verbinding aangaat met de lichtsituatie. Door de individuele timing, het wisselen van de stemmen en de invloed van de tijdsduur en het weer blijven zowel de klank als het licht voortdurend aan beweging onderhevig. Door het autonome karakter – er is geen opbouw of ontwikkeling die gevolgd moet worden – manifesteert het werk zich als een sculptuur of installatie. Hierdoor hebben bezoekers de vrijheid om zich door de ruimte verplaatsen en te kiezen tussen blijven of gaan.

Rite 1 1994 kloostertuin van de zusters Franciscanessen, Veghel. Als bijdrage aan een beeldenexpositie in de kloostertuin vroeg Toine Horvers de zusters of hun bronzen Angelusklokje voor de periode van de expositie in een van de bomen van de monumentale platanenrij in de tuin mocht hangen. Gedurende de twee maanden van de expositie luidde zuster Venantia daar dagelijks om 12.00 uur het Angelus.

Studie voor Rite 2 1994 Het Wilde Weten, Rotterdam. Geluidsinstallatie in de voormalige kapel van de zusters Franciscanessen. Op zeven cassettespelers lieten endless tapes hetzelfde gregoriaans lied horen, dat zichzelf min of meer random ging overlappen door de onregelmatige snelheden van de cassettespelers.

Rite 2 1997 Cacaofabriek Helmond, Hooglandse Kerk Leiden. Vijf gregoriaanse gezangen, die op hun muzikale vorm gekozen waren voor een bepaalde daglichtsituatie, werden op vijf stadia van het daglicht herhaald gezongen door mannenstemmen. In Leiden door vijf baritons o.l.v. Maarten Michielsen, in Helmond door zeven mannelijke leden van het Helmonds Kamerkoor o.l.v. Hans Kronenburg

Rite 2 2005 Festival of Traces, De Fabriek Eindhoven en Lokaal 01 Breda. Mijn ontmoeting met het kamerkoor Cluster Voices en artistiek leider Romain Bischoff in 2005 was aanleiding om de kleuren van het klankweefsel van gregoriaanse liederen te verrijken met vrouwenstemmen. Deze nieuwe versie van Rite 2 werden uitgevoerd in het Festival of Traces door vijf mannen en vijf vrouwen in een strak systeem van afwisseling.

Rite 3 2009 De Laurenskerk Rotterdam De grote verandering van Rite 3 is de keuze om het cluster van vijf liederen door een componist te laten schrijven. Joop Voorn schreef de vijf melodieën op teksten van Dick van Teylingen. De liederen worden dit keer uitgevoerd door zangers van het Rotterdamse kamerkoor Cappella Gabrieli. In de monumentale ruimte van de Laurenskerk is de klankregie van koordirigent Maarten Michielsen van groot belang.

Tekst: Dick van Teylingen.

Toine Horvers 2009

melodieënJoop Voorn
tekstenDick van Teylingen
zangCappella Gabriëli
klankregieMaarten Michielsen
ruimteDe Laurenskerk
lichtde daglichtcyclus van 21 maart 2009
concept en organisatieToine Horvers

Rite 3 wordt financieel ondersteund door Dienst Kunst en Cultuur van Rotterdam, Fonds Stichting Bevordering Volkskracht en Stichting Laurenskerk.