Minnelieder, Distler

Wohin stets meine Schritte fielen	Waarheen mijn voeten maar gingen
Wohin stets meine Schritte fielen: im Gras, in Herbstlaub oder Schnee, ich fühlte mich in allen Zielen ganz wunderbar in deiner Näh.	Waarheen mijn voeten maar gingen, door het gras, door herfstbladeren of sneeuw, ik voelde me op weg naar elke bestemming geweldig in jouw nabijheid.
Und wenn die goldnen Ampeln schwankten am unbewolkten Himmelszelt, dann sang ich und die Lieder rankten Um deine kleine stille Welt.	En als de gouden lichtjes schommelden aan de onbewolkte hemeltent, dan zong ik en de liedjes rankten rond jouw kleine stille wereld.

Im Maien	In mei
Der Maien, der Maien, der Maien, ja, der will uns sehr erfreuen. Und wer sich nicht mag freuen, der läßt es eben seien.	De maand mei, de maand mei, ja, die wil ons plezieren, en wie niet houdt van plezier maken, nou, die laat het dan maar.
Tanz, tanz, Mädchen, tanz! Die Schuhe sind noch ganz. Und wären sie zerrissen, So tanze auf den Füßen.	Dans, dans, meisje, dans, je schoenen zijn nog lang niet kapot, en zouden ze aan flarden gaan, dans dan maar verder op je blote voeten.
Die Flöten, die Geigen, die Geigen, ja, die spielen auf zum Reigen. Und wollen sie nicht spielen, dann tun es die Schalmeien.	De fluiten en violen, violen, ja, die zetten de rondedans in. En als zij geen zin hebben om te spelen, nou, dan doen de schalmeien het wel.
Tanz, tanz, Mädchen, tanz, Die Schuhe sind noch ganz, und wären sie zerrissen, So tanze auf den Füßen.	Dans, dans, meisje, dans, je schoenen zijn nog lang niet kapot, en zouden ze aan flarden gaan, dans dan maar verder op je blote voeten.
Im Maien, im Maien, im Maien, ja, mein Mädel, woll’n wir freien. Und willst du mich nicht freien, dann läßt du’s eben seien.	In mei, in mei, in mei, Ja, mijn meisje, kom ik om je hand vragen. En als je niet met me wilt trouwen, nou, dan laat je het maar.
Tanz, tanz, Mädchen, tanz, Die Schuhe sind noch ganz, und wären sie zerrissen, So tanze auf den Füßen.	Dans, dans, meisje, dans, Je schoenen zijn nog lang niet kapot. En zouden ze aan flarden gaan, dans dan maar verder op je blote voeten

Tekst: oud meiliedje.

Schlaf, mein Liebchen	Slaap, mijn liefje
Schlaf, mein Liebchen, schlaf ein. Über die Abendhügel geht mit silbernem Flügel der letzte Schein. Schlaf, mein Liebchen, schlaf ein.	Slaap, mijn liefje, ga maar slapen. Over de heuvels van de avond glijdt met zilveren vleugel het laatste licht. Slaap, mijn liefje, ga maar slapen.
Schlaf, mein Liebchen, du. In den Blütengärten neigen die stummen Gefährten sich zur Ruh.	Ga jij maar slapen, mijn liefje. In de bloementuin neigen de stille vrienden zich ter ruste.
Schlaf, mein Liebchen, gut Nacht. In den schweigenden Zweigen sind jubelnd die ersten Geigen im Traum erwacht. Schlaf, mein Liebchen, gut Nacht.	Slaap, mijn liefje, goede nacht. In de zwijgende twijgen zijn de eerste violen jubelend in je droom ontwaakt . Slaap, mijn liefje, goede nacht.