Romantiek en verder

Brahms, Stenhammer, Schönberg, Webern, Distler, Micheelsen

20.15 uur, vrijdag 15 mei 2009
Oud-Katholieke kerk, Juffrouw Idastraat 7, Den Haag (kaart)

20.15 uur, zaterdag 16 mei 2009
Eendrachtskerk, Eendrachtsstraat 95, Rotterdam (kaart)

Toegang: uw gift

De romantiek en wat er daarna gebeurde, daar gaat het om in het nieuwe programma van Cappella Gabrieli. Chronologisch gezien beginnen we bij Johannes Brahms (1833-1897). Niet zomaar omdat hij een van de groten van de romantiek is, maar vooral omdat hij de componist is van het prachtige motet Warum is das Licht gegeben den Mühseligen (1879). Ons eindpunt in de tijd is Hans Friedrich Micheelsen (1902-1973).

Deze twee Duitsers leefden in zeer verschillende eeuwen, maar hebben toch overeenkomsten. Brahms zocht zijn muzikale inspiratiebronnen in het verleden (die herwaardering van vroeger is een typisch romantisch trekje). Zonder Bach en Schütz is Warum is das Licht gegeben ondenkbaar, en intussen is het toch typisch Brahms. Dat geldt ook voor zijn requiem in de Duitse taal. Dat zingen we niet (een symfonieorkest zat er dit keer niet in), maar wel dat van Micheelsen: in Tod und Leben (1938) gebruikt hij net als Brahms volop invloeden uit de oude muziek, en voor een deel dezelfde teksten als Brahms (‘Tod, wo ist dein Stachel’, ‘Die mit Tränen säen, werden mit Freuden ernten’) en Schütz.

Tussen Bach en Micheelsen buigen we ons over andere romantische hobby’s, zoals de natuur (lelietjes van dalen, ruisende berken, dromerige wolken) waar de Zweedse componisten Stenhammar en Wikander rijkelijk uit konden putten, volksliedjes die de verrukkingen van de meimaand en dansende meisjes bezingen (Distler en Schönberg) en ongekunsteld smachtende middeleeuwse lyriek (Hindemith). De eenvoud van de poëzie kon trouwens heel goed samengaan met muzikale complexiteit.

Die is het grootste in Entflieht auf leichten Kähnen, het briljante, bijna atonale en toch romantische miniatuurtje van Anton Webern uit 1908, waar al menig koor zich de tanden op stukgebeten heeft.

Tekst: Dick van Teylingen.

Programma

Anton Webern:
Entflieht auf leichten Kähnen

Hindemith:
Frauenklage
Der Liebe Schrein
Landsknechtstrinklied

Distler:
Die Traurige Krönung
Minnelieder

Schönberg:
Der Mai tritt ein mit Freuden

Stenhammer:
Tre Körvisor

Wikander:
Kung Liljekonvalje

Gottfrid Berg:
Veni creator spiritus
Miserere
Ave maria

Micheelsen:
Tod und Leben

Brahms:
Warum is das Licht gegeben