Es sungen drei Engel

Muziek voor kerst en kerk uit zes eeuwen

Concert: vrijdag 15 december, 20.15 uur
Oud-katholieke kerk, Juffrouw Idastraat 7, Den Haag
Toegang: uw gift.

zaterdag 16 december, 20.15 uur
Oude of Pelgrimvaderskerk, Aelbrechtskolk 20, Rotterdam (Delfshaven)
Toegang: uw gift.

Muziek uit ruim zes eeuwen, waar hoor je dat in één programma? Bij Cappella Gabrieli. De oudste componist in ons nieuwe concert is Guillaume de Machaut (+1300-1377). En toch werd zijn muziek ars nova genoemd. Een nieuwlichter uit de middeleeuwen dus. In de delen uit de Messe de notre dame die we zingen is te horen waarom. Hij behandelde hij de mis voor het eerst als een autonoom muzikaal genre, gebruikte ingewikkelde akkoordopvolgingen en schreef duizelingwekkende ritmische figuren.

Foto: Marion Smits, 16 dec 2006

Trouwe bezoekers kennen inmiddels ons Gesualdoproject. In opdracht van Cappella Gabrieli vulden drie Nederlandse componisten de zes- en zevenstemmige motetten van Don Carlo Gesualdo da Venosa (1560-1613) die incompleet zijn overgeleverd. Henri Broeren, Theo Verbey en Joop Voorn zorgden ervoor dat de motetten ruim vierhonderd jaar na de compositie weer in volle glorie kunnen worden uitgevoerd. Oude muziek met nieuwe lijnen.

Uit de vorige eeuw hoort u muziek van een Fransman en drie Duitsers. Ze gooiden de tonaliteit niet overboord zoals andere twintigste-eeuwse componisten, maar zorgden wel voor een vernieuwing van de religieuze muziek.

Francis Poulenc (1899-1963) was een Franse bon vivant met een ingetogen kant. We zingen van hem twee kerstmotetten: Quem vidistis pastores dicite en Videntes stellam.

Muziek uit de zestiende en zeventiende eeuw had grote invloed op het werk van Ernst Pepping (1901-1981). In zijn Agnus Dei is polyfonie de basis. Als hij de verschillende stemmen bij elkaar laat komen, heeft dat een sterk expressief effect. Resonet in laudibus is gebouwd op middeleeuwse melodieën.

Pepping geldt samen met Hugo Distler (1908-1942) als een van de origineelste componisten van twintigste-eeuwse kerkmuziek. Ook Distler verdiepte zich in polyfone muziek uit de renaissance en barok (Schütz, Bach). Vaak begint hij met bestaande melodieën, volksliedjes bijvoorbeeld, en vervolgens doet hij eigenzinnige dingen met harmonie en ritmiek.

Hans Friedrich Micheelsen (1902-1973) gaat op een vergelijkbare manier te werk. Es sungen drei Engel begint als een onschuldig kerstliedje, maar al snel verschijnt Judas op het toneel ? een ongebruikelijk personage in het kerstrepertoire. Het is verleidelijk om de wanhoopskreten in het stuk uit 1950 toe te schrijven aan de toestand van Duitsland destijds.

Tekst: Dick van Teylingen.