Mariavespers van Monteverdi
20:15 uur, vrijdag, 19 mei 2017
Oude of Pelgrimvaderskerk, Aelbrechtskolk 20, 3024RE, Rotterdam (kaart)
Entree: €27.50.
15:00 uur, zondag, 21 mei 2017
Grote Kerk, Kerkstraat 20, 5211KG, ’s-Hertogenbosch (kaart)
online kaartverkoop.
Programma
Claudio Monteverdi (1567-1643):
Mariavespers (1610)
Jubileum
Dit jaar is het dertig jaar geleden dat ons koor werd opgericht. In 1986 werd de Stichting Koorprojecten Rotterdam in het leven geroepen, met als doel met een kleine groep geoefende zangers in wisselende samenstelling mooie programma's in te studeren. Vaak werden voor deze programma's specialisten uitgenodigd. Zo werkten in het verleden Harry van der Kamp, Frans Moonen, David Wulstan, Andrew Parrott, Ton Koopman en Uwe Gronostay met het koor. Daarnaast maakte het koor vier cd's en verzorgde het een aantal premières van speciaal voor ons geschreven werken. In 1999 zijn wij overgestapt naar een koor in vaste samenstelling, onder een nieuwe naam: Cappella Gabrieli.
Ons 30-jarig bestaan wordt gevierd met 2 uitvoeringen van de Mariavespers van Claudio Monteverdi, met medewerking van barok-orkest In Stil Moderno en vocale solisten. Een concert op 19 mei in Rotterdam en een concert op 21 mei in Den Bosch, in de Grote Kerk.
Mariavespers van Monteverdi
Dirigent Maarten Michielsen legt uit waarom voor dit werk is gekozen:
'Aan Maria gewijde kunstwerken hebben altijd een bijzondere plaats ingenomen in de religieuze kunst. Religieuze muziek met een “Maria-thema' was vanouds expressiever, emotioneler, dan de reguliere kerkmuziek. Palestrina, die in de 16e eeuw gold als maatgevend voor de na te streven stijl in kerkmuziek, schrijft in het voorwoord bij één van zijn motettenverzamelingen: “Ik heb mijn muze hier die teksten laten verklanken, die aan de heilige maagd gericht zijn, het Hooglied van Salomon. Daarbij heb ik een hartstochtelijker idioom gebruikt dan in mijn andere religieuze werken, omdat het mij voorkwam dat de gedichten daar om vroegen.”
Het kan dan ook geen toeval zijn dat juist een aan Maria gewijd werk baanbrekend is in het gebruik van de nieuwe, 17e eeuwse expressiemiddelen. In dit revolutionaire werk worden voor het eerst de vernieuwingen die voortkomen uit de, dan nog zeer prille, Venetiaanse operavorm gebruikt in een groot geestelijk werk.
Voor Cappella Gabrieli is de keuze voor Monteverdi's Mariavespers, nadat we in 2015 het complete Hooglied in de zetting van Palestrina uitvoerden, een volstrekt logische: Palestrina's Hooglied-zetting behoort tot het beste uit zijn werk en bovendien tot het mooiste dat de 16e eeuw ons bracht. Daarna wil je natuurlijk alleen nog maar het mooiste zingen van een componist die past in het rijtje Palestrina, Monteverdi, Bach, Mozart, Debussy en Schönberg!'
Kaartverkoop
We zouden het heel fijn vinden als u onze verjaardag met ons komt vieren. En daarbij geldt natuurlijk: hoe meer zielen, hoe meer vreugd! Daarom hebben we voor het concert in Rotterdam enkele mooie kortingsacties. Bestelt u bijvoorbeeld tickets voor 10 personen of meer, dan krijgt u per persoon een korting van €5. Wees er snel bij; de Pelgrimvaderskerk is niet groot! Online kaartverkoop
De tickets voor Rotterdam zijn te verkrijgen via de koorleden en via deze website. Voor informatie over en tickets voor het concert in Den Bosch kunt u terecht op de website van Willem Twee concertzaal.
h2 id="solisten">SolistenAndrea Tjäder
Swedish soprano Andrea Tjäder has completed singing degrees at Birmingham Conservatoire, UK, and at the Royal Conservatoire of The Hague. During her studies in the Netherlands she specialised in historically informed performance practises under the tutelage of Rita Dams, Jill Feldman, Michael Chance and Peter Kooij. After graduating cum laude in 2013, Andrea has gone on to perform with many different ensembles and opera companies both in the Netherlands and in the United Kingdom.
Operatic roles include “Poppea” in Monteverdi’s L’incoronazione di Poppea, the title role of Handel’s Semele and “Zweiter Knabe” in Die Zauberflöte by Mozart. Andrea has also participated in the world premiere performances of three contemporary operas, David Blake’s Scoring a Century in 2010, The Enchanted World of Economy by fellow student Renato Ferreira in 2013 and most recently she took part in the much-praised production of Mariken in de tuin der Lusten with OPERA2DAY during autumn 2015. Since May 2014
Andrea is a soloist with BarokOpera Amsterdam, appearing in productions both in the Netherands and in France. She also performed the role of “Alcina” in La liberazione di Ruggiero d’isola Alcina by Francesca Caccini during Brighton Early Music Festival 2015.
Andrea is also in great demand as an oratorio soloist and her repertoire includes numerous cantatas by J.S. Bach, as well as his Magnificat, Matthäus-Passion, Johannes-Passion and H-moll Messe, Haydn’s Nelson Mass and Little organ Mass and Membra Jesu Nostri by Dietrich Buxtehude.
Ever since her studies in the UK, Andrea has been a keen consort singer and has performed with various ensemble settings, focusing on mainly English Renaissance repertoire. Her own consort, Consort Mirabile, has performed at the Fringe series of the early music festivals in Bruges, Utrecht and Deventer. During July 2016, they were one of the resident ensembles at the VI International Music Festival in Piantón, Spain, and the group was also invited to join the IYAP program in Antwerpen during August that same year.
Griet De Geyter
Griet De Geyter was al van jongs af aan geboeid door een verscheidenheid aan muzikale genres en de mogelijkheden van de stem. Dit vertaalde zich in een eclectische carrière die vele stijlen omvat: van polyfonie tot hedendaagse muziek, zowel in opera en oratorium als in het lied- en kamermuziekrepertoire. Als soliste concerteert Griet in alle grote werken uit het oratorium- en orkestrepertoire: passies en kantates van Bach, missen van Mozart, symfoniën van Mahler, Händel’s Messiah, Solveig in Grieg’s Peer Gynt, Mendelssohn, Pergolesi, Boccherini, Vivaldi en Fauré met dirigenten als Philippe Herreweghe, Vladimir Ashkenazy, Paul Dombrecht, Bart Van Reyn, Richard Egarr, Bart Naessens en Jos van Veldhoven.
Reeds als jonge studente was Griet geboeid door opera waardoor ze tijdens en na haar studies verschillende personages tot leven bracht. Zo zong ze vorig jaar in de nieuwe productie van The Ministry of Operatic Affairs: Dido&Aeneas en Acis&Galatea. Een ander geliefd genre van haar is het lied: ze gaf reeds vele liedrecitals met pianisten Nicolas Callot, Liebrecht Vanbeckevoort, Barbara Baltussen en Pascal Mantin en vormt een vast trio met haar broer klarinettist Rik De Geyter en pianist Nicolas Callot waarmee verschillende concerten en een video-opname met werk van Mahler op het programma staan in 2017.
Griet specialiseerde zich in het uitvoeren van vocale muziek uit de laat-renaissance tot hoog-barok, met o.a. een video-opname als sopraansoliste in de Mattheuspassie met de Nederlandse Bachvereniging voor All of Bach en verschillende concerten als soliste met il Gardellino, Collegium Vocale Gent, De Nederlandse Bachvereniging, Le Poème Harmonique en BachPlus.
Als zevenjarige startte Griet haar muzikale opleiding met cursussen blokfluit, zang en piano aan de muziekacademie van Lebbeke. Na het behalen van haar masterdiploma’s zang en blokfluit aan het Lemmensinstituut in Leuven vervolgde ze haar vocale studies in Den Haag en Amsterdam aan de Nederlandse Opera Academie. In 2007 behaalde ze haar masterdiploma in opera ‘magna cum laude’ aan het Koninklijk Conservatorium van Den Haag waar ze ook de ‘Ruim Baan Voor Talent’-prijs ontving om haar vocale studies verder te zetten bij Jard van Nes en Margreet Honig.
Hidde Kleikamp
Hidde Kleikamp begon zijn muzikale carrière als jongenssopraan in het kathedrale koor van de St. Bavo in Haarlem. Hij was dertien jaar lid van dit koor en zong er vele solo’s. Nadat hij zijn bachelordiploma Muziekwetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam behaalde, begon hij aan de studie Solozang aan het Koninklijk Consevatorium in Den Haag. Hier studeert hij momenteel bij Sasja Hunnego, Peter Kooij en Pascal Bertin.
Hidde volgde masterclasses bij Jill Feldman, Robin Blaze, Ann Hallenberg en Hans Pieter Herman, en werkte mee aan enkele operaworkshops onder de countertenor Michael Chance. In een van deze workshops vertolkte hij de titelrol in de opera l’Orfeo van Claudio Monteverdi. Als solist zong hij o.a. in de Requiems van Fauré en Duruflé en Via Crucis van Liszt. Hidde werkte mee aan projecten onder leiding van Ton Koopman, Paul Hillier, Kaspars Putnins, Anthony Hermus, Charles Toet, Kurt Bikkembergs en vele anderen in binnen- en buitenland.
Hidde was mede-oprichter van het mannenensemble Haerlemsche Heeren. Hij was muzikaal leider van 2011 tot 2015. Momenteel dirigeert hij verschillende koren in de Randstad.
Eyjólfur Eyjólfsson
Eyjólfur Eyjólfsson was born in Reykjavík and graduated as a flautist from the Hafnarfjörður School of Music, where he also studied singing. He continued his studies at the Guildhall School of Music and Drama where he completed the Opera Course and MMus degree.
On the oratorio platform he has sung Messiah with the Royal Symphony Orchestra in Sevilla at the Maestranza Theatre, Berlioz's Messe Solennelle with the Guildhall Symphony Orchestra in King’s College, Cambridge, conducted by Christopher Robinson, Mass in C by Dvorák with the Icelandic Symphony Orchestra, Bach's Christmas Oratorio in Hallgrímskirkja with the Hague International Baroque Orchestra, conducted by Hörður Áskelsson and Evangelist in Bach’s St Matthew’s Passion at Sant’Ambrogio, Milano.
Eyjólfur has given recitals in Iceland, England and France with acclaimed musician such as, Paula Chateauneuf at the Buscot House Theatre, Eugene Asti at the Gnessin Music Hall in Moscow and Dalton Baldwin, at the Festival de Musique Islande-Provence.
His operatic début was in the role of Spakur in the folkloric musical Kolrassa by Dr. Thórunn Guðmundsdóttir at the Tjarnarbíó Theatre in Reykjavík, since when his operatic roles have included Prologue and Peter Quint in The Turn of the Screw at the Music Festival in Kyiv, Ukraine. Lucano in Coronation of Poppea for The Early Opera Company at Iford with Christian Curnyn, Beppe in Pagliacci and Sellem in The Rake’s Progress for Icelandic Opera, Liberto in The Coronation of Poppea for English National Opera, Sunleif Rasmussen’s The Madman’s Garden with Aldurbáran at the National Theatre, Reykjavík, Ottavio in Don Giovanni for English Touring Opera, Sailor in Dido and Aeneas for ENO, Opera North and also for the Northern Sinfonia.
For Holland Dance Festival Eyjólfur performed in Samir Calixto's Choreography of Schubert's Winterreise with Rudolf Jansen.
Matevz Kajdiz
De Sloveense tenor Matevz Kajdiz studeerde zang in Ljubljana (Slovenië) en daarna aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag, waar hij met speciale onderscheiding afstudeerde. Na zijn studie nam hij deel aan de National Opera Academy en verschillende masterclasses. Als solist trad Matevz op tijdens verschillende festivals, concerten en recitals. Zijn repertoire is zeer gevarieerd, van Bach, Mozart en Schubert tot Janacek en Martinu. Naast zijn solo-optredens zingt Matevz ook in The Slovenian National Radio Chamber Choir, het Groot Omroepkoor en in verschillende kamermuziekensembles.
Patrick Pranger
Patrick Pranger kreeg zijn zangopleiding aan het Noord-Nederlands Conservatorium te Groningen. Hij werd tijdens deze opleiding gecoacht door Sasja Hunnego, Wout Oosterkamp en Gerda van Zelm. De laatste jaren van zijn opleiding genoot hij aan het Koninklijk Conservatorium te Den Haag. Hier volgde hij ook lessen op het gebied van opera en oude muziek.
Als bariton heeft hij zich ontwikkeld als een veelzijdig zanger. Zo zong hij een kleine rol in Wagners ‘Tristan und Isolde’ o.l.v. Valery Gergiev en excelleerde hij als ‘Il Commendatore’ in Mozarts ‘Don Giovanni’ o.l.v. de beroemde klavecinist en dirigent Richard Egarr. Met Jan-Willem de Vriend en zijn Combattimento Consort voerde hij werken uit van Händel, en soleerde hij meerdere malen bij Bachkoor Holland en het Concertgebouw Kamerorkest. Ook werkte hij als solist met dirigenten als Kenneth Montgomery, Peter Dijkstra, Paul McCreesh en zong hij als ensemblezanger bij het World Youth Choir, The Gents en het Nederlands Kamerkoor.
Ook al is Patrick op alle zangdisciplines actief, toch heeft hij een voorkeur voor het oratoriumvak. Zo zong hij de grote werken en vele cantates van J.S. Bach, maar ook bijvoorbeeld de ‘Petite Messe Solennelle van G. Rossini en de requiems van Duruflé, Fauré en Mozart. Daarnaast werd concertmuziek als de ‘Carmina Burana’ van C. Orff en ‘Les Noces’ van I. Strawinsky door deze bariton uitgevoerd. Sinds 2015 vormt hij samen met sopraan Nienke Otten, mezzosopraan Petra Stoute en tenor Leon van Liere het solistenkwartet CLARUS.
Patrick profileert zich ook als dirigent. Zo is hij artistiek leider van VE Sonante Vocale (Amersfoort), jonge vrouwenensemble Focaliber, Oratoriumkoor Alphen en kamerkoor Corps d’ Esprit (Rotterdam). Steeds vaker wordt Patrick als gastdirigent gevraagd en is hij een graag geziene gastdocent ensembleleiding op het Koninklijk Conservatorium.
Masterclasses volgde Patrick bij Miranda van Kralingen, John Bröcheler, Marius van Altena, Michael Chance en Stephan MacLeod
In Stil Moderno
Elin Erikson, barokviool
Heidi Erbrich, barokviool
Timothy Dowling, alt- en tenortrombone
Simen van Mechelen, alt- en tenortrombone
Joost Swinkels, bastrombone
Piet Hulsbos, orgel
In Stil Moderno werd door het Tijdschrift Oude Muziek ‘een nieuwe ster aan het firmament’ genoemd. Om zijn ongebruikelijke bezetting ( twee violen, drie trombones en orgel ), zijn afwisselende repertoire en virtuoze uitvoeringen werd het ensemble door publiek en pers bejubeld. Het ensemble, waarvan de leden afkomstig zijn uit vijf verschillende landen, onderzoekt de 17e-eeuwse muziek. Geïnspireerd door de stile moderno of moderne stijl, zoals die in Italië ontstond, combineert het ensemble in zijn vaak fascinerende programma's werken van beroemde componisten met die van minder bekende meesters. In Stil Moderno heeft op verschillende prestigieuze festivals gestaan, o.a. het Praags Lentefestival. Ook was het ensemble tweemaal in het Netwerk Oude Muziek te beluisteren. Zijn twee CD's, Musica Polonica en Musica Venetia , zijn internationaal met lof ontvangen.
In Stil Moderno is één van Nederlands meest fascinerende barok ensembles. De ongewone bezetting - 2 violen, 3 trombones en orgel - en het uitgekiende repertoire spreken tot de verbeelding van pers en publiek. ‘Impeccably performed by virtuoso players’; ‘een vertolking van grote klasse’; ‘een concert waarover het publiek niet uitgepraat raakte’ zijn maar enkele van de vele lofbetuigingen die het ensemble ontving.
Schola Cantorum ‘Die Sangeren Onser Liever Vrouwen’
De Schola Cantorum “Die Sangeren Onser Liever Vrouwen” is het koor van de Kathedrale basiliek van Sint-Jan te ‘s-Hertogenbosch. Een kerk met een zeer rijke historie en een koor met een eeuwenoude traditie.
Het oudste getuigenis van jongenskoorzang in de Sint Jan is een testament van Willem van Gent uit 1274. Willem van Gent vermaakte destijds drie schellingen per jaar voor het zingen van missen door de jongens van de Latijnse school. In de Middeleeuwen was deze school beroemd; ‘s-Hertogenbosch was toen een belangrijk cultureel centrum. Over die periode is veel terug te vinden in de archieven van de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap. Zo blijkt uit rekeningen dat er zeker in de 14e eeuw al een orgel was in de Sint-Jan en dat diverse grote componisten uit de Lage Landen de stad bezochten en er werken maakten die in de koorboeken bewaard worden.
Gedurende bijna twee eeuwen was de Sint Jan in handen van de protestanten; in 1811 werd de kerk weer teruggeven aan de katholieken. De traditie van jongenszang is dan volledig verloren gegaan en herleeft pas weer in 1930 onder Rector Cantus Petrus de Bree, die een nieuwe jongensafdeling (de Schola Minor) oprichtte. Jan Heerkens en Alphons Knegtel leidden achtereenvolgens de Schola. Vanaf die tijd wordt weer veel renaissancemuziek uitgevoerd, met eigentijdse muziek als tweede zwaartepunt in het repertoire.
Onder leiding van Frans van Amelsvoort groeide de Schola uit tot een van de belangrijkste Nederlandse kerkkoren. Jan Hoes en grote Brabantse musici als Floris van der Putt, Maurice Pirenne (rector cantus van 1965 tot en met 1991 en organist van 1991 tot en met 2008) en Pieter van Moergastel bouwden, ieder op zijn manier, de Schola verder uit. Zo kwam in 1972 een nieuwe loot aan de Scholastam, het meisjeskoor: de Schola Puellarum, gevolgd door de Schola Iuventatis in 2003. In 2013 zijn het jongens- en meisjeskoor samengevoegd tot de Schola Puerorum.
De Schola Cantorum werkt al meer dan 80 jaar principieel met jeugd en heeft een eigen opleidingsinstituut.
De Schola heeft een rijke historie maar is springlevend. Iedere zondag wordt er in twee liturgievieringen in verschillende samenstellingen gezongen. Regelmatig is het koor te beluisteren op radio en televisie. Voor concerten en liturgische vieringen bezocht de Schola veel buitenlandse steden met als hoogtepunten Antwerpen, Parijs, Ely en Cambridge (King’s College Chapel). In oktober 2009 zong de Schola in het kader van het 450-jarig bestaan van het Bisdom Den Bosch in de vier patriarchale basilieken in Rome, Sint-Pieter, Sint-Jan-van-Lateranen, Santa Maria Maggiore, Sint Paulus-buiten-de-muren, en tevens in de San Ignazio.
Onder de noemer ‘Muziek uit de Sint-Jankathedraal’ werden drie elpees en vijf cd’s uitgebracht; daarnaast werden ‘Bouwstenen voor liturgische vieringen’ en de ‘Sint-Jansmis’ van Maurice Pirenne op cd vastgelegd. Aan drie andere cd’s leverde de Schola een aandeel. Voor de grote betekenis in culturele zin ontving de Schola de zilveren Jeroen Boschpenning van de stad ‘s-Hertogenbosch en de Albert Swane Prijs.
Sinds 1996 staat het koor onder leiding van Rector Cantus Jeroen Felix. Organist van de kathedraal is sinds februari 2008 Véronique van den Engh.